Een switch
statement is een program-flow element om een veelvoorkomende constructie van if
/if else
...else
elementen eenvoudiger te schrijven. Vaak komt het voor dat we bijvoorbeeld aan de gebruiker vragen om een keuze te maken (bijvoorbeeld een getal van 1 tot 10, waarbij ieder getal een ander menu-item uitvoert van het programma), zoals:
int option;
Console.WriteLine("Kies: 1)afbreken\n2)opslaan\n3)laden:");
option = int.Parse(Console.ReadLine());
if (option == 1)
Console.WriteLine("Afbreken gekozen");
else if (option == 2)
Console.WriteLine("Opslaan gekozen");
else if (option == 3)
Console.WriteLine("Laden gekozen");
else
Console.WriteLine("Onbekende keuze");
Met een switch
kan dit eenvoudiger wat we zo meteen zullen tonen. Eerst bekijken we hoe switch
juist werkt. De syntax van een switch
is een beetje meer speciaal dan de andere programma flow-elementen (if
, while
, etc.), namelijk als volgt:
switch (value)
{
case constant:
statements
break;
case constant:
statements
break;
default:
statements
break;
}
value
is de variabele die wordt gebruikt als booleaanse test in de switch (option
in ons voorbeeld hier boven). Iedere case begint met het case
keyword gevolgd door de waarde die value
moet hebben om in deze case te springen. Na het dubbelpunt volgt vervolgens de code die moet uitgevoerd worden in deze case
. De case
zelf mag eender welke code bevatten (methoden, nieuwe program flow elementen, etc.), maar moet zeker afgesloten worden met het break
keyword.
Tijdens de uitvoer zal het programma value
vergelijken met iedere case constant van boven naar onder. Wanneer een gelijkheid wordt gevonden dan wordt die case uitgevoerd. Indien geen case wordt gevonden die gelijk is aan value
dan zal de code binnen de default
-case uitgevoerd worden (de else
achteraan indien alle vorige if else
-tests negatief waren).
Het menu van zonet kunnen we nu herschrijven naar een switch
:
int option;
Console.WriteLine("Kies: 1)afbreken\n2)opslaan\n3)laden:");
option = int.Parse(Console.ReadLine());
switch (option)
{
case 1:
Console.WriteLine("Afbreken gekozen");
break;
case 2:
Console.WriteLine("Opslaan gekozen");
break;
case 3:
Console.WriteLine("Laden gekozen");
break;
default:
Console.WriteLine("Onbekende keuze");
break;
}
{% hint style='warning' %}
De case waarden moeten constanten zijn en mogen dus geen variabelen zijn. Constanten zijn de welgekende literals (1
, "1"
, 1.0
, 1.d
, '1'
, etc.). Uiteraard moeten de case waarden van hetzelfde datatype zijn als die van de testwaarde.
{% endhint %}
Soms wil je dat dezelfde code uitgevoerd wordt bij 2 of meer cases. Je kan ook zogenaamde fallthrough cases beschrijven wat er als volgt uit ziet:
switch (option)
{
case 1:
Console.WriteLine("Afbreken gekozen");
break;
case 2:
case 3:
Console.WriteLine("Laden of opslaan gekozen");
break;
default:
Console.WriteLine("Onbekende keuze");
break;
}
In dit geval zullen zowel de waarden 2
en 3
resulteren in de zin "Laden of opslaan gekozen" op het scherm.