-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 1
/
verbs.txt
197 lines (197 loc) · 5.82 KB
/
verbs.txt
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169
170
171
172
173
174
175
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
192
193
194
195
196
197
berg, borg, borgen, geborgen
bijt, beet, beten, gebeten
bind, bond, bonden, gebonden
blaas, blies, bliezen, geblazen
bleit, bleet, bleten, gebleten
blijk, bleek, bleken, gebleken
blijf, bleef, bleven, gebleven
blink, blonk, blonken, geblonken
brei, bree, breeen, gebreeen
breek, brak, braken, gebroken
breng, bracht, brachten, gebracht
buig, boog, bogen, gebogen
delf, dolf, dolven, gedolven
denk, dacht, dachten, gedacht
bederf, bedierf, bedierven, bedorven
verderf, verdierf, verdierven, verdorven
ding, dong, dongen, gedongen
doe, deed, deden, gedaan
draag, droeg, droegen, gedragen
bedrieg, bedroog, berogen, bedrogen
verdriet, verdroot, verdroten, verdroten
drijf, dreef, dreven, gedreven
dring, drong, drongen, gedrongen
drink, dronk, dronken, gedronken
druip, droop, dropen, gedropen
duik, dook, doken, gedoken
durf, dorst, dorsten
verdwijn, verdween, verdwenen
dwing, dwong, dwongen, gedwongen
erf, orf, orven, georven
eet, at, aten, gegeten
fluit, floot, floten, gefloten
ga, ging, gingen, gegaan
geld, gold, golden, gegolden
vergeet, vergat, vergaten, vergeten
geef, gaf, gaven, gegeven
giet, goot, goten, gegoten
begin, begon, begonnen
ontgin, ontgon, ontgonnen
glij, gleed, gleden, gegleden
glim, glom, glommen, geglommen
graaf, groef, groeven, gegraven
grijp, greep, grepen, gegrepen
hang, hing, hingen, gehangen
heb, had, hadden, gehad
hef, hief, hieven, geheven
help, hielp, hielpen, geholpen
hijs, hees, hezen, gehesen
houd, hield, hielden, gehouden
houw, hieuw, hieuwen, gehouwen
jaag, joeg, joegen
kies, koos, kozen, gekozen
uitverkies, verkoor uit, verkoren uit, uitverkoren
kijk, keek, keken, gekeken
kijf, keef, keven, gekeven
klim, klom, klommen, geklommen
klink, klonk, klonken, geklonken
kluif, kloof, kloven, gekloven
knijp, kneep, knepen, geknepen
kom, kwam, komen, gekomen
koop, kocht, kochten, gekocht
krijg, kreeg, kregen, gekregen
krijt, kreet, kreten, gekreten
krimp, kromp, krompen, gekrompen
kruip, kroop, kropen, gekropen
kan, kon, konden, gekund
kwijt, kweet, kweten, gekweten
laat, liet, lieten, gelaten
lees, las, lazen, gelezen
lieg, loog, logen, gelogen
verlies, verloor, verloren, verloren
lig, lag, lagen, gelegen
lijd, leed, leden, geleden
lijk, leek, leken, geleken
loop, liep, liepen, gelopen
luik, look, loken, geloken
melk, molk, molken, gemolken
meet, mat, maten, gemeten
mijd, meed, meden, gemeden
moet, moest, moesten, gemoeten
mag, mocht, mochten, gemogen
neem, nam, namen, genomen
genees, genas, genazen, genezen
geniet, genoot, genoten, genoten
nijg, neeg, negen, genegen
nijp, neep, nepen, genepen
pleeg, placht, plachten, geplacht
pluis, ploos, plozen, geplozen
prijs, prees, prezen, geprezen
riek, rook, roken, geroken
rijg, reeg, regen, geregen
rijt, reet, reten, gereten
rijf, reef, reven, gereven
rijs, rees, rezen, gerezen
rin, ron, geronnen
roep, riep, riepen, geroepen
ruik, rook, roken, geroken
scheld, schold, scholden, gescholden
schend, schond, schonden, geschonden
schenk, schonk, schonken, geschonken
schep, schiep, schiepen, geschapen
scheer, schoor, schoren, geschoren
schiet, schoot, schoten, geschoten
schijn, scheen, schenen, geschenen
schijt, scheet, scheten, geschenen
schrijd, schreed, schreden, geschreden
schrijf, schreef, schreven, geschreven
schrik, schrok, schrokken, geschrokken
schuil, school, scholen, gescholen
schuif, schoof, schroven, geschoven
sla, sloeg, sloegen, geslagen
slaap, sliep, sliepen, geslapen
slijp, sleep, slepen, geslepen
slijt, sleet, sleten, gesleten
verslind, verslond, verslonden, verslonden
slink, slonk, slonken, geslonken
sluip, sloop, slopen, geslopen
sluit, sloot, sloten, gesloten
smelt, smolt, smolten, gesmolten
smijt, smeet, smeten, gesmeten
snijd, sneed, sneden, gesneden
snuit, snoot, snoten, gesnoten
snuif, snoof, snoven, gesnoven
spijt, speet, speten, gespeten
spin, spon, sponnen, gesponnen
splijt, spleet, spleten, gespleten
spreek, sprak, spraken, gesproken
spring, sprong, sprongen, gesprongen
spruit, sproot, sproten, gesproten
spuug, spoog, spogen, gespogen
spuit, spoot, spoten, gespoten
sta, stond, stonden, gestaan
steek, stak, staken, gestoken
steel, stal, stalen, gestolen
sterf, stierf, stierven, gestorven
stijg, steeg, stegen, gestegen
stijf, steef, steven, gesteven
stink, stonk, stonken, gestonken
stoot, stiet, strieten, gestoten
strijd, streed, streden, gestreden
strijk, streek, streken, gestreken
stuif, stoof, stroven, gestoven
tijg, toog, togen, getogen
treed, trad, traden, getreden
stref, trof, troffen, getroffen
trek, trok, trokken, getrokken
val, viel, vielen, gevallen
vang, ving, vingen, gevangen
ervaar, ervoer, ervoeren, ervaren
vaar, voer, voeren, gevaren
vecht, vocht, vochten, gevochten
val, viel, vielen, gevallen
beveel, beval, bevallen, bevolen
vind, vond, vonden, gevonden
vlecht, vlocht, vlochten, gevlochten
vlieg, vloog, vlogen, gevlogen
vraag, vroeg, vroegen
vreet, vrat, vraten, gevreten
vries, vroor, vroren, gevroren
vrij, vree, vreeen, gevreeen
waai, woei, woeien
weeg, woog, wogen, gewogen
werp, wierp, wierpen, geworpen
werf, wierf, wierven, geworven
weet, wist, wisten, geweten
weef, woof, woven, geweven
ben, is, zijn, was, waren, geweest
wijs, wees, wezen, gewezen
wil, wou, wilden, gewild
vind, wond, wonden, gewonden
win, won, wonne, gewonnen
word, werd, werden, geworden
wreek, wroken, gewroken
wrijf, wreef, wreven, gewreven
wring, wrong, wrongen, gewrongen
zeg, zei, zeiden
zeik, zeek, zeken, gezeken
zend, zond, zonden, gezonden
zied, zood, zoden, gezoden
zie, zag, zien, gezien
zijg, zeeg, zegen, gezegen
zing, zong, zongen, gezongen
zink, zonk, zonken, gezonken
zin, zon, zonnen, gezonnen
zit, zat, zeten, gezeten
zoek, zocht, zochten, gezocht
zuig, zoog, zogen, gezogen
zuip, zoop, zopen, gezopen
zal, zou, zouden
verzwelg, verzwolg, verzwolgen, verzwolgen
zwel, zwol, zwollen, gezwollen
zwem, zwom, zwommen, gezwommen
zweer, zwoor, zworen, gezworen
zweer, zwoer, zwoeren, gezworen
zwerf, zwierf, zwierven, gezworven
zwijg, zweeg, zwegen, gezwegen
bezwijk, bezweek, bezweken, bezweken